De tolplannen van de Duitse minister van Verkeer, Alexander Dobrindt, rammelen op financieel vlak aan alle kanten.

In plaats van de berekende inkomsten van 700 miljoen euro van buitenlandse automobilisten, komt er volgens een nieuwe studie maar ongeveer de helft binnen, meldt de krant Bild woensdag.

Onderzoeksbureau Schmid Mobility Solutions deed in opdracht van de Groenen in de Bondsdag onderzoek naar de tol en maakt gehakt van de methodiek die Dobrindt heeft gevolgd.

De minister ging bij de berekeningen uit van 130 tot 170 miljoen buitenlandse auto’s die jaarlijks Duitsland aandoen. ,,Dat is in zoverre fout, dat er slechts 70,4 miljoen daadwerkelijk op de wegen naar Duitsland rijden. Het is klaarblijkelijk tot een dubbeltelling gekomen omdat ook het uitgaande verkeer is meegenomen”, aldus de onderzoekers.

De inkomsten liggen een daardoor stuk lager. Daarnaast zijn de kosten voor het hele project zo’n 40 miljoen euro te laag ingeschat. Er zijn veel meer verkooppunten voor vignetten nodig die 24 uur per dag open zijn. De plannen leveren volgens de onderzoekers maximaal 140 miljoen euro op. Dat is nog geen 5 procent van het gat op de begroting voor het onderhoud van de grote doorgaande wegen.

Tolplan voor buitenlandse auto's in Duitsland

Dobrindt wil buitenlandse automobilisten mee laten betalen voor dat onderhoud. Duitsers worden gecompenseerd voor de tol door een verlaging van de wegenbelasting. De plannen stuiten op veel verzet in buurlanden als Nederland en Oostenrijk en ook in eigen land kan Dobrindt rekenen op veel kritiek.

Dat laatste bleek eind februari tijdens het eerste debat in de Duitse Tweede Kamer over het plan om buitenlandse personenauto's tol te laten betalen op federale wegen. Partijgenoten loofden Dobrindt's initiatief om buitenlandse weggebruikers te laten meebetalen aan onder meer het miljarden verslindende net van snelwegen, maar de kritiek bleef bitter en fel.

Radicaal linkse politici hamerden erop dat het plan in wezen maar weinig geld oplevert en niets met investeringen in de infrastructuur te maken heeft. Herbert Behrens van Die Linke zag in zijn toespraak een verband tussen de vreemdelingenhaat van de anti-islambeweging Pegida uit Dresden en de tolplannen. Het past volgens hem in de tendens allerlei verwijten te maken aan buitenlanders.

Het Groene parlementslid Oliver Krischer stelde dat Dobrindts Beierse partij, de Christelijk Sociale Unie, een rechtspopulistische koers vaart en dat dat de enige reden is voor de tolheffing. Hij hoopt dat de regeringscoalitie van het CSU-plan afziet.

SPD en CDU niet enthousiast

De overige regeringspartijen, SPD en CDU, zijn ook niet blij met Dobrindts tolplan. Ze hebben echter afgesproken dat tolheffing mogelijk is om extra inkomen voor de infrastructuur te verwerven, als het de Duitse automobilist maar niets kost.

De regeringspartijen steunen Dobrindt als zijn plan financieel zinvol lijkt en het juridisch geen problemen geeft met de EU omdat de Duitsers hun tol terugkrijgen. Maar er heerst veel twijfel over de haalbaarheid. Onder sociaaldemocraten die Dobrindts berekeningen over kosten en baten volstrekt niet geloven, wordt hij ook geringschattend de ,,tolgriek'' genoemd.

Ondertussen lijdt de infrastructuur onder veel achterstallig onderhoud. Maar het plan van Dobrindt om in 2016 al tol te gaan heffen, lijkt moeilijk te realiseren. Er is ook onenigheid over de vraag of de Duitse Eerste Kamer hiermee moet instemmen. Bovendien kan er een slepende juridische strijd tussen Berlijn en Brussel losbarsten over het feit dat de Duitsers hun tolgeld terugkrijgen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl